woensdag 4 maart 2015

Vriendschapskunde

Op 21 mei organiseert OSA-Amsterdam samen met anderen de Vriendschapsconferentie. In de aanloop daarnaar toe blogt Sandra van den Berg regelmatig over het thema vriendschap op het OSA blog.

Kun je goed of slecht zijn in vriendschappen? En als dat zo is: wat maakt iemand dan tot een goede vriend(in)? En valt vriendschappelijk gedrag aan te leren?

In de loop van de jaren heb ik honderden mensen ontmoet die op zoek zijn naar vriendschap. Vaak geven zij aan dat ze heel goed weten wat ze daarvan verwachten: iemand op wie je kunt vertrouwen, bij wie je je op je gemak voelt, tegen wie je eerlijk kunt zijn en bij wie je jezelf kunt zijn. Opvallend is dat er vooral naar het ontvangen wordt gekeken: de ander moet een hoop geven. Op de vraag wat iemand zelf tot een goede vriend(in) maakt, volgt vaak een wazige blik: “dat is moeilijk...!”  

Vriendschap begint met belangstelling. Wie is die ander? Wat vindt hij leuk, waar geniet zij van, waar kun je hem een plezier mee doen? Bijna iedereen vindt het fijn om te vertellen over dat wat hem of haar raakt. Ook mensen die aanvankelijk wat stug zijn, ontdooien als je doorvraagt, zeker als hun antwoorden je echt interesseren. Oprechtheid is dus van groot belang; als je het niet meent, kun je het net zo goed laten. De ander zal zich niet op zijn gemak voelen.
  
Vriendschap heeft meer kans als je elkaar regelmatig tegenkomt. Een klik is een begin, een vriendschap dient gevoed te worden. Als tijdens ontmoetingen niets moet, kun je elkaar rustig verkennen. Gezelschap van anderen helpt ook. Het kan maken dat het gesprek gemakkelijker verloopt, of dat extra-duidelijk wordt hoe bijzonder die ene persoon is. Hem wil je beter leren kennen, met haar wil je iets gezelligs ondernemen!

Wat maakt die ander speciaal? Wie zichzelf aardig vindt en zijn eigen goede kanten kent, heeft een voorsprong op anderen. Hij verkeert dus al in prima gezelschap. Een maar al te waar cliché luidt: om een vriend te vinden, moet je er eerst een zijn. Dat kun je door te ontdekken wat jouw kwaliteiten zijn en door uit te bouwen wat goed bij je past. Wees eerlijk naar jezelf. Wie graag praat, trekt anderen gemakkelijker aan, maar heeft soms moeite om de ander ook ruimte te geven. Wie liever luistert dan praat, zal niet snel moppen gaan tappen in onbekend gezelschap. Weten dat je in staat bent om belangstellende vragen te stellen zodra je je op gemak voelt, is voldoende. Gun jezelf de ruimte om de kat uit de boom te kijken en vertrouw erop dat anderen je die tijd ook geven.

Vertrouwen is iets dat opgebouwd moet worden. Dat geldt zowel voor vertrouwen in jezelf, als voor dat in anderen. Afhankelijk van iemands karakter en eerdere ervaringen gaat het de een gemakkelijker af dan de ander om zich open te stellen voor het/de onbekende. 

Wie omgekeerd zelf ook niet meteen op de allereerste indruk afgaat, maar nieuwe mensen de gelegenheid geeft om uit onwennigheid onhandig te zijn, loopt kans om op termijn een sociale kring op te bouwen. Bestaand uit mensen die misschien wel heel anders zijn dan jijzelf. Juist dat maakt de wereld zo kleurrijk!

Sandra van den Berg,  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten