Op
21 mei organiseert OSA-Amsterdam samen met anderen de Vriendschapsconferentie.
In de aanloop daarnaar toe blogt Sandra van den Berg regelmatig over het thema
vriendschap op het OSA blog.
Kun
je goed of slecht zijn in vriendschappen? En als dat zo is: wat maakt iemand
dan tot een goede vriend(in)? En valt vriendschappelijk gedrag aan te leren?
In de
loop van de jaren heb ik honderden mensen ontmoet die op zoek zijn naar
vriendschap. Vaak geven zij aan dat ze heel goed weten wat ze daarvan
verwachten: iemand op wie je kunt vertrouwen, bij wie je je op je gemak voelt,
tegen wie je eerlijk kunt zijn en bij wie je jezelf kunt zijn. Opvallend is dat
er vooral naar het ontvangen wordt gekeken: de ander moet een hoop geven. Op de
vraag wat iemand zelf tot een goede vriend(in) maakt, volgt vaak een wazige
blik: “dat is moeilijk...!”
Vriendschap
begint met belangstelling. Wie is die ander? Wat vindt hij leuk, waar geniet
zij van, waar kun je hem een plezier mee doen? Bijna iedereen vindt het fijn om
te vertellen over dat wat hem of haar raakt. Ook mensen die aanvankelijk wat
stug zijn, ontdooien als je doorvraagt, zeker als hun antwoorden je echt
interesseren. Oprechtheid is dus van groot belang; als je het niet meent, kun
je het net zo goed laten. De ander zal zich niet op zijn gemak voelen.
Vriendschap
heeft meer kans als je elkaar regelmatig tegenkomt. Een klik is een begin, een
vriendschap dient gevoed te worden. Als tijdens ontmoetingen niets moet, kun je
elkaar rustig verkennen. Gezelschap van anderen helpt ook. Het kan maken dat
het gesprek gemakkelijker verloopt, of dat extra-duidelijk wordt hoe bijzonder
die ene persoon is. Hem wil je beter leren kennen, met haar wil je iets gezelligs
ondernemen!
Wat
maakt die ander speciaal? Wie zichzelf aardig vindt en zijn eigen goede kanten
kent, heeft een voorsprong op anderen. Hij verkeert dus al in prima gezelschap.
Een maar al te waar cliché luidt: om een vriend te vinden, moet je er eerst een
zijn. Dat kun je door te ontdekken wat jouw kwaliteiten zijn en door uit te
bouwen wat goed bij je past. Wees eerlijk naar jezelf. Wie graag praat, trekt
anderen gemakkelijker aan, maar heeft soms moeite om de ander ook ruimte te
geven. Wie liever luistert dan praat, zal niet snel moppen gaan tappen in onbekend
gezelschap. Weten dat je in staat bent om belangstellende vragen te stellen
zodra je je op gemak voelt, is voldoende. Gun jezelf de ruimte om de kat uit
de boom te kijken en vertrouw erop dat anderen je die tijd ook geven.
Vertrouwen
is iets dat opgebouwd moet worden. Dat geldt zowel voor vertrouwen in jezelf,
als voor dat in anderen. Afhankelijk van iemands karakter en eerdere ervaringen
gaat het de een gemakkelijker af dan de ander om zich open te stellen voor het/de
onbekende.
Wie
omgekeerd zelf ook niet meteen op de allereerste indruk afgaat, maar nieuwe
mensen de gelegenheid geeft om uit onwennigheid onhandig te zijn, loopt kans om
op termijn een sociale kring op te bouwen. Bestaand uit mensen die misschien
wel heel anders zijn dan jijzelf. Juist dat maakt de wereld zo kleurrijk!
Sandra van den Berg,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten