maandag 28 september 2015

Van kansen naar oplossingen voor sociale professionals

Prinsjesdag is geweest. De Rijksbegroting voor 2016 is bekend. Nu weten we de speerpunten voor het komende jaar. Dus….., waar liggen de kansen voor ondernemende sociale professionals en wijkteams en hoe pak je die kansen dan op?

In mijn trainingen met sociale professionals hoor ik steeds vaker positieve geluiden over hun werk. Ze lijken meer ruimte te hebben om na te denken over wat ze willen en om naar de toekomst te kijken. Een mooie kans is koppelingen maken tussen de toekomstplannen voor de sociale sector en de rol die je erin zou kunnen spelen. Je neemt daarmee initiatief voor creatief ondernemerschap, maakt jezelf onmisbaar voor je organisatie en reageert daadkrachtig op ontwikkelingen. Dat betekent wél dat je goed moet weten welke speerpunten er zijn voor 2016!

Met het komende EU-voorzitterschap wordt armoedebestrijding een belangrijk onderwerp voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Concreet komt er 100 miljoen euro vrij. Een ander belangrijk thema is de ondersteuning van mantelzorgers. Om mantelzorg vol te kunnen houden biedt iedere gemeente verlichting. Hier zouden sociale wijkteams slim op in kunnen spelen. Ook is het voorkomen van radicalisering een belangrijk aandachtspunt. Voor meer informatie klik hier

Ja, allemaal mooi en aardig hoor ik je al denken. Maar, hoe geef ik hier dan invulling aan? Daar gaat deze blog toch over? Ja, daar gaat het nu over! Als je het goed aanpakt dan kan je optimaal inspelen op bovengenoemde thema’s. Hieronder staan vijf tips om hiermee aan de slag te gaan.

Tip 1.    Zorg voor een duidelijke doelstelling

Wat ga je veranderen met jouw voorstel? Wat wil je met je voorstel precies bereiken? Welk probleem los jij hiermee op? Waaraan zal je merken dat je de opdracht hebt afgerond?

Tip 2.    Koppel dit aan de belangrijkste belanghebbenden

Denk aan de burger, aan je organisatie, je leidinggevende en aan je opdrachtgever (de gemeente?).

Tip 3.    Geef aan in welke behoefte je voorstel voorziet?

Waarom is het inzetten van je voorstel noodzakelijk? Worden mantelzorgers ontlast? Wordt de buurt er beter van? Bevordert het de gezondheid?

Tip 4.    Wat is je motivatie voor deze doelstelling?

Waarom werk jij mee aan dit doel? Welke beweegredenen heb je? Wat enthousiasmeert je om hieraan te werken?

Tip 5.    Ga open in gesprek met alle betrokkenen

Ga na hoe het voor de betrokken zit. Hoe kijkt de burger ernaar? Wat zegt je leidinggevende hierover? Hoe kijkt je opdrachtgever (gemeente) hiernaar? Sluiten hun behoeften aan bij jouw behoefte? Wat is hun motivatie? Gebruik de kunst van het vragen stellen en leg vervolgens verbindingen!

Kan je antwoord geven op deze vragen, dan maak je succesvolle stappen in het sociale ondernemerschap. Je neemt initiatief en bedenkt oplossingen voor de toekomst. Ik kan me geen prettigere werknemer, collega of samenwerkingspartner voorstellen!

Loop je vast in dit proces of heb je vragen, neem dan gerust contact met ons op.

René Glastra van Loon – Trainer/adviseur
020 - 412 50 10 of 06 - 47 49 29 75




maandag 29 juni 2015

Reflecteren kun je leren: het ABCD’tje helpt je verder

Heb jij dat ook wel eens? Je hebt een cursus of training gedaan en vraagt je na een tijd af: ‘wat heb ik er eigenlijk aan gehad?’ Tijdens de training ben je enthousiast en denkt: ‘hier kan ik wat mee’. In de praktijk vervaagt het vaak en verdwijnt naar een ladekastje in je brein. Een ervaring rijker die je niet optimaal benut.

Als trainer geloof ik dat je altijd en elke dag op weg bent om iets te leren, jezelf te ontwikkelen. Tijdens de trainingen is het belangrijk dat er een begin, midden en eind is, met een goede doelstelling, een nuttige en leuke inhoud en een afronding, en dat het niet stopt aan het einde van de training. Dan begint het namelijk pas en kun je in de praktijk toepassen waar je in theorie mee bezig bent geweest.

Juist als trainer zit die afronding van de training mij nog wel eens in de weg. Midden tussen alle theorie, ervaringen uitwisselen en aan de slag gaan, kom je tijd tekort om goed af te sluiten, de cirkel rond te maken. Met elkaar zit je in de energie van waar je mee bezig bent. Je voelt het even lekker in het ‘hier en nu’ en de afsluiting, terugblik van de dag vaak snel afgesloten, wordt een beetje ‘afgeraffeld’. En voor je het weet is de cursus voorbij en ben je als medewerker weer in de gang van alledag voor je organisatie. En ben je vergeten de verbinding te maken van binnen naar buiten, van leren en ervaren tijdens de training naar toepassen in de praktijk.

Tijdens een cursus die ik zelf volgde kreeg ik een mooie tip: het ABCD’tje, gebaseerd op de reflectiecyclus van Korthagen. Een korte en krachtige manier om even stil te staan bij jezelf en wat je wilt meenemen en toepassen in de praktijk, zonder ellenlange logboeken en reflectieverslagen zoals geleerd in mijn studententijd. Je herinnert ze misschien nog wel.


De theorie


Fred Korthagen is verbonden aan de universiteit van Utrecht als onderzoeker, trainer, onderwijsontwikkelaar en adviseur. De Reflectiecyclus van Korthagen is een hulpmiddel om zicht te krijgen op je functioneren en dit (zelfstandig) bij te sturen, gebaseerd op de welbekende cirkel van Kolb. 













Literatuurverwijzing: Fred Korthagen ‘Docenten leren reflecteren’ 

De praktijk


Het ABCD’tje is een snelle manier om te reflecteren op je gedrag, op je bekwaamheden, op hetgeen je hebt opgestoken tijdens je training of een willekeurige dag. Een ezelsbruggetje, waarbij de A staat voor Algemeen, de B staat voor Belangrijk, de C voor Concreet en de D voor Doen! En daarbij horen bijna automatisch de vragen:

Algemeen:        Waar ging het over (essentie)?
Belangrijk:        Wat was voor mij belangrijk?
Concreet:         Wat betekent het concreet voor mij?
Doen:               Wat kan/ga ik er mee doen?

Hiermee kun je de cirkel van je cursus of training en ook van je dag, vandaag, rondmaken. Een manier om in korte tijd je leerrendement en persoonlijke proces te verhelderen en je duurzaam te ontwikkelen in je persoonlijk leven en je loopbaan.

In hoeverre ben jij bewust van je eigen leer- en ontwikkelproces? Zie je wel wat de dag je brengt, of neem jij het initiatief in wat je wilt leren en hoe je loopbaan eruit ziet? Met het ABCD’tje kun jij meer grip krijgen op waar je nú mee bezig bent en je toekomstplan. Iets om deze zomer mee te experimenteren?!

Wil je me laten weten hoe jij het ABCD’tje ervaart en wat het je brengt? Ik ben benieuwd!

Evelien Vreman                
Coördinator en Trainer

e.vreman@osa-amsterdam.nl

Benieuwd wat OSA voor jou of jouw organisatie kan doen? Kijk dan hier.

dinsdag 2 juni 2015

Oplossingsgericht werken is mijn credo

Kort geleden had ik een dame met een goede dosis wilskracht in de groep. Ze straalde zelfvertrouwen uit, authenticiteit en was zeker niet op haar mondje gevallen. Bovendien had ze een duidelijke mening over hoe ze gemanaged werd, had ze er weinig goede woorden voor over en was ze goed in bruggetjes slaan naar dit probleem. Persoonlijk vind ik het prettig als deelnemers vertellen wat ze op hun lever hebben. Zelf vind ik het ook prettig om te kunnen zeggen wat me dwars zit. Het lucht op en creëert mentale ruimte. Ook zie ik dat het vertrouwen schept en dat we de aandacht vervolgens weer op de taak kunnen richten.

Zoals ik vertelde was deze dame erg goed in bruggetjes maken naar haar klacht. Begon ik over het onderdeel ‘kwaliteiten’, dan wist zij wel wie dat niet had. Was het onderwerp ‘wat wil ik?’, dan kende zij een zekere manager die niemand wilde. Ik vertel dit een beetje lacherig omdat we er samen ook smakelijk om konden lachen tijdens de training. In onze interactie merkte ik hoeveel ik heb gehad aan het gebruik van de volgende oplossingsgerichte vragen:

  • Vraag naar hoop                                   “Waar hoopt u op?”
  • Vraag naar positieve verschillen          “Welk verschil zal dit maken?”
  • Vraag naar wat werkt                           “Wat werkt al in de goede richting?”
  •  Vraag naar vooruitgang                       “Wat zal een volgend teken van vooruitgang zijn?”


De energie die ze eerst zo goed kon stoppen in het praten over haar probleem, boog om naar het opzetten van een eigen onderneming. Letterlijk met de vuist op tafel toonde ze haar oprechte energie en motivatie om het heft in eigen handen te nemen. Het effect was een even zo aantrekkelijk als stimulerend plan van aanpak. Maar het laat me vooral zien wat de kracht is van hoop, optimisme en vertrouwen!

Dit geldt voor haar, u, mij en burgers. Ook kwetsbare burgers kunnen baat hebben bij oplossingsgericht werken. Bij oplossingsgericht werken staat de sociale professional samen met de burger stil bij wat wél goed gaat. Met jouw oog voor uitzonderingen ondersteun jij de burger meer te doen van datgene dat (beter) werkt. Je lost dus geen problemen op, maar vraagt wat de burger voor het probleem in de plaats wil en wat al in de goede richting werkt. Je bent daardoor niet bezig met het ongewenste verleden of heden, maar met de toekomst. Het vervolgens formuleren van een eigen doel zorgt voor een positieve verwachting van verandering, wat de veranderingsbereidheid ten goede komt.

We cannot solve problems with the same thinking we used when we created them.” – Albert Einstein


Wil je meer weten over oplossingsgericht werken, neem dan contact op met ons op."

René Glastra van Loon – Trainer/adviseur, 



woensdag 6 mei 2015

Ergotherapie effectief inzetten bij laaggeletterdheid!

Het is alweer een tijd geleden, maar in juli 2013 studeerde ik af als ergotherapeut. Wat doet een ergotherapeut? Mijn antwoord:  Ik zet me in om de gezondheid (fysiek, psychisch en sociaal) en het welzijn van mensen te bevorderen, vooral door hen te ondersteunen om de dagelijkse activiteiten (weer) zelf te kunnen uitvoeren. Tijdens mijn studie heb ik ergotherapie gekoppeld aan laaggeletterdheid. Dat dat interessant is voor aankomende ergotherapeuten bleek vorige week, toen ik een gastcollege mocht geven aan studenten van de opleiding ergotherapie bij de Hogeschool van Amsterdam.

Ik vertelde de studenten over mijn stage bij Stichting ABC, waar ik verschillende anderstalige, laaggeletterde en kwetsbare vrouwen heb gecoacht bij het leren en gebruiken van de Nederlandse taal. Want ook laaggeletterdheid is een beperking die een behoorlijke invloed heeft op de dagelijkse activiteiten van mensen. Hoe denk je dat het is als je de Nederlandse taal niet spreekt en begrijpt? Hoe zou je je voelen als je niet naar buiten durft en/of kan en dus helemaal niets kan doen? Ik legde de studenten een casus voor van een Egyptische vrouw die ik heb begeleid en wat ik voor haar als ergotherapeut heb kunnen betekenen.


Casus

Ehsan is een 48-jarige vrouw afkomstig uit Egypte. Ze woont al meer dan 25 jaar in Nederland, samen met haar man en twee volwassen kinderen die in Egypte hebben gestudeerd. Ze spreken geen Nederlands.
Ehsan heeft diabetes, hoge bloeddruk en slechte doorbloeding in handen en voeten. Ze heeft eerder Nederlandse taalles aan huis gehad, maar het klikte niet met de vrijwilligster, waardoor ze gestopt is met de lessen. De uitkering van de man van Ehsan is hun enige inkomen.
Ehsan is volledig mantelzorger voor haar hulpbehoevende man. Jaren geleden is hij geopereerd en zijn er complicaties opgetreden. Zijn been is geamputeerd, hij heeft diabetes, heeft een beperkte nier- en longfunctie en heeft regelmatig astma-aanvallen waarbij hij direct zuurstof toegediend moet krijgen. 
Het gezin is sinds een aantal jaren verhuisd naar een rolstoeltoegankelijke woning in een andere buurt van Amsterdam. Ehsan woont nu in een wijk waar ze zich diep ongelukkig voelt en waar ze zich vaak gediscrimineerd voelt. De wens van Ehsan is om Nederlands te leren. Ze moet wel, omdat haar man die eerder alles deed, daartoe nu niet meer in staat is. 

Wat heb ik met ergotherapie kunnen bereiken?

Tijdens gesprekken die Ehsan en ik hebben gevoerd, heeft Ehsan activiteiten benoemd die ze graag wilde leren. Daaruit zijn verschillende doelen ontstaan. Doelen die Ehsan heeft bereikt zijn:
1. Benoemen en schrijven van haar adres.
2. Zelfstandig reizen met openbaar vervoer (inclusief gebruik van ov-chipkaart).
3. Zelfstandig pinnen.
4. Een gesprek met de dokter voeren (maar ook het begrijpen van haar gezondheid, ziektebeeld diabetes en leefstijl. Daarnaast is ze in staat vragen te stellen als ze iets niet begrijpt).
5. Belangrijke formulieren begrijpen (bijvoorbeeld de meterstand invullen) en heeft ze ondersteuning bij de formulierenbrigade.
6. De juiste en goedkopere schoonmaakmiddelen kunnen kopen en gebruiken.
Daarnaast is ze gestart met de inburgeringscursus op niveau 1 en heeft het gezin hulp gevraagd bij Stichting MEE.
Ik durf gerust te concluderen dat ergotherapie zeer zinvol en succesvol is gebleken. De vrouwen die ik heb begeleid, hebben belangrijke stappen gezet op de terreinen van zelfredzaamheid, empowerment en maatschappelijke participatie!

Is daar werk in?

In de gezondheidssector kun je zo aan de slag als ergotherapeut, maar er bestaan geen banen op het gebied van ergotherapie en laaggeletterdheid. Ik vond het een moeilijke zoektocht, maar de aanhouder wint. Uiteindelijk vond ik bij OSA een baan, waar ik kon voortzetten waarmee ik begonnen was. Samen met het taalteam ondersteun ik anderstaligen die laaggeletterd zijn in twee bijzondere projecten: Taalcoaching en Taaloefenplekken.

Meer weten?

Ik hoop en denk dat het gastcollege de derde- en vierdejaars studenten ergotherapie heeft geïnspireerd. En wellicht wil jij ook meer weten van de voordelen en mogelijkheden van ergotherapie bij laaggeletterdheid? Kijk dan op www.ergotherapie.nl .

Of lees het artikel dat ik in 2013 samen met Ruth Zinkstok schreef in het Ergotherapie Magazine over mijn stage. Je vindt het hier.


Angela Busch, projectmedewerker

vrijdag 1 mei 2015

Champagne smaakt ook op maandagmiddag!

Op 21 mei organiseert OSA-Amsterdam samen met anderen de Vriendschapsconferentie. In de aanloop daarnaar toe blogt Sandra van den Berg regelmatig over het thema vriendschap op het OSA blog.

Onlangs lag er een lastige berg werk op me te wachten, ik moest boodschappen halen, de badkamer soppen en het hele huis was dringend aan een stofzuigbeurt toe. Een waslijst aan taken die ik al dagen voor me uitschoof, maar nu was het maandag en moest ik echt aan de slag.

Ik zat een uurtje achter de computer en schoot best op. Sterker nog: ik zat in een flow en net toen ik ervan overtuigd raakte dat ik goed bezig was, belde een goede vriendin: ze was in de buurt en wilde afspreken. Plichtsgetrouw als ik meestal ben, gaf ik direct aan dat ik helaas druk aan het werk was en dat ik niet kon. Vriendin vond het jammer maar begreep het, en zou na haar afspraak teruggaan naar die stad op een uur hier vandaan.

Weg was mijn flow. Dan maar stofzuigen en soppen. En ondertussen bedenken hoe lekker het zou zijn om even de boel de boel te laten en met haar bij te praten over het leven. Ik kon de volgende ochtend extra-vroeg opstaan om het werk in te halen... Ik stuurde haar een berichtje: heb je nog zin om af te spreken? Bel me maar als je klaar bent met je afspraak.

Te vaak stellen mensen zaken uit die het vieren waard zijn. Of hebben ze plannen voor hun pensioen, terwijl dat nog minstens twintig jaar van hen verwijderd ligt. Hoe mooi is het om niet uit te stellen maar te doen?! Vriendschap kan vleugels geven, zeker voor wie oprecht geniet van die momenten waarop dat voelbaar is.

We hebben dan ook even gedaan alsof we normaal gesproken niet zuinig zijn en dronken ‘zomaar’ champagne, omdat we zin hadden om in stijl stil te staan bij ons vriendschapsverbond. We vinden elkaar aardig, ook als we het niet met elkaar eens zijn. We stemmen op andere partijen, houden van andere muziek, lezen andere boeken en we kunnen het maar moeilijk eens worden als we samen naar de film gaan. Maar we begrijpen elkaar met een half woord; hebben aan een blik genoeg en de grootste ellende wordt verzacht als de ander in de buurt is. We hoeven niet met elkaar te praten als we samen zijn, stiltes zijn niet ongemakkelijk, maar we kunnen ook nachtenlang doorkletsen. Hoe dat precies ontstaat, valt helaas niet te verklaren. Als er een ingrediënt voor bestond zou iemand dat wereldwijd verkopen en verschrikkelijk rijk worden. Ik kan het niet verklaren, maar ik weet wel dat het veel met respect voor de eigenheid van de ander te maken heeft, met iemand niet proberen te veranderen, met ruimte geven en toch nabij zijn. 


Vriendin en ik haalden herinneringen op en maakten plannen voor een weekendje-weg, of een midweek. Terugblikken en vooruitzien zijn de lijm in een vriendschap. Het veilige gevoel dat iemand er voor je was en zal zijn, is veel meer waard dan goud. En zoiets moet je vieren. Ook, nee juist!, op zomaar een maandagmiddag als het voelbaar is dat je blij bent met elkaars bestaan.

Sandra van den Berg

donderdag 16 april 2015

Sabbatical: even een witje scheppen

Soms lees je iets dat blijft hangen in je hoofd, een tekst, een zin, een citaat. In mijn geval was dat het zinnetje ‘even een witje scheppen’. Dat betekent korte pauzes inlassen omdat ze je wat opleveren en ik las het in een interview met Paul Looman*.

Hard werken is fijn, enthousiasme is heerlijk en flow is geweldig. In ieder geval geldt dit voor mij. Maar toch. Af en toe knaagde het ineens de laatste maanden. Ik wilde geloof ik weleens ‘een witje scheppen’. Tijd om te mijmeren, even afstand nemen om daarna weer met nieuwe ideeën en inzichten verder te gaan.

De afgelopen drie jaar hebben we bij OSA keihard gewerkt, de schouders eronder gezet en mooie dingen bereikt. Als adviseur heb ik veel met mensen over hun werk en loopbaan gepraat. In de drukte vergeet je wel eens om stil te staan bij jezelf en een pauze te nemen.
Ik heb de stap gezet en OSA gevraagd me even de ruimte te geven. Resultaat: een sabbatical van een half jaar, ingaand op 1 mei 2015. Heel fijn dat het kan, het is een heerlijke luxe!

Mensen vragen me natuurlijk wat ik in dat half jaar ga doen: reizen, studeren, verbouwen? Mijn antwoord daarop is steevast ‘even helemaal niks’. En dat met een big smile op mijn gezicht. Even een witje scheppen, maar dan wel wat langer.
Pauzes - kort of lang - zie ze niet als tijdverlies. Tijd brengt je juist iets. Paul Looman zegt in het interview: “Pauzes leveren juist wat op. Dan komen de creatieve inzichten pas om de hoek kijken.”

Mijn pauze is dan wel een heel lange, maar ik verwacht dan ook dat ‘ie heel veel gaat opleveren. J

Judith van den Berg
Loopbaanadviseur


PS: Op 1 november 2015 ben ik weer terug bij OSA. Evelien Vreman versterkt ons team sinds 1 april 2015 als coördinator en trainer. Zij neemt ook mijn werk -grotendeels- over. Evelien is bereikbaar via e.vreman@osa-amsterdam.nl of 020 - 412 50 10.

*  Paul Looman en zijn methode Tijdsurfen: http://ikhebdetijd.nl 


vrijdag 10 april 2015

Vriendschappelijke ingrediënten

Op 21 mei organiseert OSA-Amsterdam samen met anderen de Vriendschapsconferentie. In de aanloop daarnaar toe blogt Sandra van den Berg regelmatig over het thema vriendschap op het OSA blog.

Stel je voor: een zonnige dag ligt voor je, je bent vrij maar je hebt geen zin om er voor de zoveelste keer in je eentje op uit te gaan. Plotseling staat er een goede fee in je kamer. ‘Ik kom je vriendschap bezorgen,’ zegt ze met haar heldere stem ‘als jij de ingrediënten kiest, dan tover ik je ideale vriend’.

Je kiest iemand die dezelfde interesses heeft als jij en wiens behoefte aan samen leuke dingen doen overeenkomt met de jouwe. ‘En welke eigenschappen passen bij deze ideale vriend?’ vraagt de fee. Daar hoef je niet lang over na te denken. Hij of zij moet eerlijk zijn, aardig, vriendelijk en geduldig. En het moet iemand zijn met wie je het gezellig hebt en waar je mee kunt lachen.

‘Wat is het toch merkwaardig dat bijna iedereen voor eerlijk kiest’ mijmert de fee. ‘Eerlijkheid kan eerlijk gezegd ontzettend veel pijn doen’. Je denkt er nog eens over na. Wat is eerlijk eigenlijk? En moet dat altijd en overal? Zit je echt te wachten op iemand die het meteen tegen je zegt als hij je moeder een heks vindt? Dat je nieuwe kapsel je niet staat? Onder de noemer eerlijkheid worden, meestal ongevraagd, nogal wat meningen voor waarheden verkondigd.

Zou het niet meer getuigen van vriendschap als de ander pas zijn mening geeft als jij daarom vraagt? Dat hij zijn mond houdt als je nieuwe kapsel hem niet aanstaat? En dat hij, als jij er naar vraagt, zegt dat de verandering niet echt zijn smaak is – niet meer en niet minder.

Nu hoor ik je al zeggen dat het bij belangrijke zaken anders ligt. Dat is waar het zo moeilijk wordt met eerlijkheid binnen vriendschap. Als jouw goede vriend iets doet waar jij echt niet achter staat bijvoorbeeld. Of als  hij een relatie krijgt met iemand die jij verschrikkelijk vindt. Het is nog altijd diezelfde vriend, maar..... Eigenlijk geldt hier hetzelfde. Houd het bij jezelf en verplaats je in de ander. Jij vindt zijn partner verschrikkelijk, terwijl hij ervan houdt. Houd je kritiek voor je en bedenk dat je zijn vriendschap niet wilt verliezen. Dat betekent niet dat jij je het gezelschap van die derde persoon op moet laten dringen. Geef rustig aan dat je graag samen met hem iets leuks wilt doen, iets waar jullie met zijn tweeën van genieten. Verbreek de vriendschap niet als hij daar niet meteen op in gaat; heb geduld.

Een ideale vriend is eerlijk met mate en doseert zijn eerlijkheid bovendien. Vriendelijkheid, geduld en begrip brengen je oneindig veel verder. Zeker van iemand met die eigenschappen, en waarmee je bovendien ook nog kunt lachen, kun je veel verdragen. Vriendschap ontstaat als een gevolg van deze ingrediënten. Zij vormen de basis voor vertrouwen. Zonder vertrouwen komt eerlijkheid niet binnen als goedbedoelde betrokkenheid maar als keiharde kritiek. Zowel voor vertrouwen als voor eerlijkheid is tijd nodig en de gezamenlijke bereidheid die tijd te investeren. Alles wat zorgvuldig wordt opgebouwd kan tegen een stootje en gaat met wat geluk levenslang mee. 
 

 Sandra van den Berg

maandag 23 maart 2015

Dromen zijn bedrog

Regelmatig kom ik professionals en managers tegen die zichzelf en hun organisatie van een mooie toekomst weerhouden. De redenen zijn vaak geen tijd, geen geld, te weinig ervaring, te oud, te groot risico, kan nu niet meer en ga zo maar door. Wat zij eigenlijk zeggen, is dat zij niet echt geloven in hun droom of missie.

Wat was er gebeurd als “I have a dream” bedrog was? Of de droom om op de maan te landen? Of het intense verlangen om massa te kunnen berekenen en daarna ‘eureka!’ te kunnen uitroepen? U begrijpt het al, toch? Dromen en visie zijn nodig om energie en doorzetting te mobiliseren om de hindernissen in de huidige realiteit te overwinnen.

Waarom trappen we er toch elke keer weer in om de realiteit op de voorgrond te plaatsen in plaats van de droom? De behoefte aan zekerheid? Alsof je alles in de hand kunt houden. Het roer moet om: we gaan de realiteit op de droom laten volgen. Immers, alle realiteit is toch ook uit een droom voortgekomen?

Wilt u aan de slag met het verwezenlijken van uw dromen of uw missie? Begin dan met het erkennen van uw verlangen en geloof dat het op een of andere manier mogelijk is om dit verlangen in te vullen. Ter inspiratie het verhaal van Nick Vujicic: No Arms. No Legs. No Limits.



Mattheus Hofland, adviseur, trainer en coach bij OSA. Dagelijks ondersteunen wij met ons team sociale ondernemers en organisaties bij het behalen van hun doelstellingen. Ik richt me vooral op ontwikkeling en het aanleren van nieuwe kennis, houding en vaardigheden. Dit doe ik middels procesbegeleiding, training en (team)coaching

woensdag 4 maart 2015

Vriendschapskunde

Op 21 mei organiseert OSA-Amsterdam samen met anderen de Vriendschapsconferentie. In de aanloop daarnaar toe blogt Sandra van den Berg regelmatig over het thema vriendschap op het OSA blog.

Kun je goed of slecht zijn in vriendschappen? En als dat zo is: wat maakt iemand dan tot een goede vriend(in)? En valt vriendschappelijk gedrag aan te leren?

In de loop van de jaren heb ik honderden mensen ontmoet die op zoek zijn naar vriendschap. Vaak geven zij aan dat ze heel goed weten wat ze daarvan verwachten: iemand op wie je kunt vertrouwen, bij wie je je op je gemak voelt, tegen wie je eerlijk kunt zijn en bij wie je jezelf kunt zijn. Opvallend is dat er vooral naar het ontvangen wordt gekeken: de ander moet een hoop geven. Op de vraag wat iemand zelf tot een goede vriend(in) maakt, volgt vaak een wazige blik: “dat is moeilijk...!”  

Vriendschap begint met belangstelling. Wie is die ander? Wat vindt hij leuk, waar geniet zij van, waar kun je hem een plezier mee doen? Bijna iedereen vindt het fijn om te vertellen over dat wat hem of haar raakt. Ook mensen die aanvankelijk wat stug zijn, ontdooien als je doorvraagt, zeker als hun antwoorden je echt interesseren. Oprechtheid is dus van groot belang; als je het niet meent, kun je het net zo goed laten. De ander zal zich niet op zijn gemak voelen.
  
Vriendschap heeft meer kans als je elkaar regelmatig tegenkomt. Een klik is een begin, een vriendschap dient gevoed te worden. Als tijdens ontmoetingen niets moet, kun je elkaar rustig verkennen. Gezelschap van anderen helpt ook. Het kan maken dat het gesprek gemakkelijker verloopt, of dat extra-duidelijk wordt hoe bijzonder die ene persoon is. Hem wil je beter leren kennen, met haar wil je iets gezelligs ondernemen!

Wat maakt die ander speciaal? Wie zichzelf aardig vindt en zijn eigen goede kanten kent, heeft een voorsprong op anderen. Hij verkeert dus al in prima gezelschap. Een maar al te waar cliché luidt: om een vriend te vinden, moet je er eerst een zijn. Dat kun je door te ontdekken wat jouw kwaliteiten zijn en door uit te bouwen wat goed bij je past. Wees eerlijk naar jezelf. Wie graag praat, trekt anderen gemakkelijker aan, maar heeft soms moeite om de ander ook ruimte te geven. Wie liever luistert dan praat, zal niet snel moppen gaan tappen in onbekend gezelschap. Weten dat je in staat bent om belangstellende vragen te stellen zodra je je op gemak voelt, is voldoende. Gun jezelf de ruimte om de kat uit de boom te kijken en vertrouw erop dat anderen je die tijd ook geven.

Vertrouwen is iets dat opgebouwd moet worden. Dat geldt zowel voor vertrouwen in jezelf, als voor dat in anderen. Afhankelijk van iemands karakter en eerdere ervaringen gaat het de een gemakkelijker af dan de ander om zich open te stellen voor het/de onbekende. 

Wie omgekeerd zelf ook niet meteen op de allereerste indruk afgaat, maar nieuwe mensen de gelegenheid geeft om uit onwennigheid onhandig te zijn, loopt kans om op termijn een sociale kring op te bouwen. Bestaand uit mensen die misschien wel heel anders zijn dan jijzelf. Juist dat maakt de wereld zo kleurrijk!

Sandra van den Berg,  

maandag 23 februari 2015

Passie, wensen en een win-win situatie in de sociale sector

Stel je voor: je organisatie bevindt zich midden in de transitie en start met wijkteams in de buurt. Het nieuwe systeem en de organisatie vraagt de sociale professionals nieuwe competenties in te zetten (generalistisch werken). Het liefst ook snel. Het idee kan zo logisch en eenvoudig klinken, maar het mist een cruciaal inzicht in de huidige tijd: mensen willen zichzelf blijven. Zij willen zich ontwikkelen binnen hun interessegebied en bouwen op de kracht en passie die zij in zich hebben. Zij willen zingeving en doen waar zij energie van krijgen. Dit vraagt een nieuwe visie: competentieprofielen zijn uiteraard nodig, maar krachtenanalyses en onderzoek naar wensen van sociale professionals net zo. Een combinatie kan een win-win zijn, zowel voor organisaties in de zorg en welzijnssector als voor hun werknemers. Misschien zelfs een triple win als je het effect op de burger erbij betrekt.

De topsport werkt hier al jaren mee. Door vooral op ‘krachten’ te coachen in plaats van op ‘zwaktes’ (voer nou maar gewoon je taken uit), worden vaak bijzondere resultaten bereikt. Binnen bedrijven en organisaties wordt deze visie slechts door enkelen aangedurfd en toegepast. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tussen de 60 en 80% werknemers niet betrokken zijn bij hun organisatie. Worden vragen als ‘waar zit jouw kracht?’, ‘waar krijg jij nou echt energie van?’ en ‘welk doel wil jij echt nastreven?’ wel genoeg gesteld? Het lijkt mij hoog tijd dat bestuurders en managers aansluiten bij persoonlijke krachten en wensen van hun werknemers. Het is in deze tijd een must. En de voordelen?

  •        Volledige betrokkenheid van medewerkers
  •        Gemotiveerdere medewerkers (bereiken meer)
  •        Vergroten van zelfregie van medewerkers
  •         Medewerkers zien meer mogelijkheden en kansen
  •         Medewerkers groeien in hun zelfvertrouwen

Bovenstaande vragen en antwoorden zijn belangrijke onderdelen in onze trainingen. Hierbij een link voor een voorbeeld: http://www.osa-amsterdam.nl/projecten/training-arbeidsmarktfitheid/

Ik doe tot slot graag een gedachtenexperiment met u. Kijkt u naar het volgende fragment van Ric Elias (een overlevende van de vliegtuigcrash in de Hudson River (NY)) en denk na over de vragen die hij u stelt:http://www.ted.com/talks/ric_elias?language=nl



René Glastra van Loon – trainer, adviseur

dinsdag 3 februari 2015

Vriendschapsconferentie

Waar denk jij aan, als je het woord conferentie hoort? Waarschijnlijk net als ik aan Belangrijke Zaken van Gewicht. En wat is het belangrijkste in het leven van een mens? Dikke kans dat je nu gezondheid zegt, of liefde, of geluk. Al deze zaken hebben te maken met wat ik zie als de basis van ons bestaan: vriendschap.

Wie betekenisvolle sociale contacten heeft voelt zich gelukkiger en zelfs gezonder.
Weet jij een mooier thema om een conferentie aan te wijden dan vriendschap?

Vriendschap is een complexe bron van vreugde die ons levenslang voor uitdagingen stelt. Door vriendschap leer je niet alleen anderen, maar ook jezelf steeds beter kennen. Wat je ontdekt kan soms verrassend zijn.
Vriendschap is een uitdaging voor iedereen, maar in het bijzonder voor mensen met een fysieke handicap, een verstandelijke beperking, niet-aangeboren hersenletsel of een stoornis binnen het autistisch spectrum.

Natuurlijk kunnen ook ‘gewone’ mensen zich eenzaam voelen en het idee hebben dat ze niet meer dan toeschouwers van een blije buitenwereld zijn, omdat ze de spelregels niet kennen en daardoor niet weten hoe ze mee kunnen doen. Voor al deze mensen hebben we in 2011 ‘Kringen voor Iedereen!’ opgericht en in de loop van de tijd een aansprekende methodiek ontwikkeld. Die methodiek willen we overdragen aan en inbedden bij andere organisaties. Daar hebben we het nog over tijdens de conferentie. 

Belangrijk feit is dat mensen in het verlangen naar betekenisvolle contacten niet van elkaar verschillen. Ook succes- en faalfactoren rondom vriendschap zijn voor iedereen gelijk, maar van deze factoren zijn we ons dikwijls niet bewust. Dat is de reden dat er voorafgaand aan de conferentie met regelmaat blogs verschijnen over vriendschappelijke onderwerpen. Daarin zul je niet alleen jezelf of je naasten herkennen, maar ook cliënten die jij begeleidt. De blogs roepen vragen op, prikkelen je vriendschapszin, veroorzaken onrust of een tevreden glimlach. Over al die zaken gaan we het ook hebben tijdens de conferentie – en over nog veel meer.

Noteer 21 mei in elk geval alvast in je agenda. Van 12.00 tot 18.00 uur, ergens in Amsterdam; gegevens over de locatie volgen spoedig!.

Sandra van den Berg

  

donderdag 22 januari 2015

Profileren – loze praatjes of leuk project?

In mijn werk als loopbaanspecialist kom ik veel mensen tegen die tegen profileren op zien. Ik hoor diverse redenen: bescheidenheid, verlegenheid, geen verhaal hebben, het past niet bij hun introverte aard of ze vinden het raar om een ander met zichzelf ‘lastig te vallen’. Goed nieuws: er is een andere aanpak mogelijk.


Andere aanpak
Om het profileren leuker en makkelijker te maken, kies je gewoon een andere aanpak: geef jezelf een project als opdracht.
Je kiest een onderwerp uit dat is gerelateerd aan je werk of aan de sector, waar je veel van weet en graag over vertelt óf waar je meer van wilt weten en onderzoek naar wilt doen. Heb je je onderwerp te pakken? Dan kun je twee dingen doen:
1.     Je hebt er zelf ideeën over en die ga je delen.
Ga erover vertellen op bijeenkomsten, als een soort lezing (bijv. op een regiobijeenkomst, een personeelsdag, de beroepsvereniging, platform van sociale ondernemers). Begin gewoon eens binnen je organisatie en kijk daarna welke andere organisaties of partijen hier nog meer baat bij hebben of in geïnteresseerd zijn.
2.     Je hebt een aanname, bijvoorbeeld rond een bepaalde aanpak of preventie.
Je zet een (klein) onderzoek op. Je gaat er dus op uit om te onderzoeken of die gedachten of aannames kloppen. Leg je onderzoeksvraag voor aan anderen binnen en buiten de organisatie. De resultaten van je onderzoek deel je vervolgens in de sector.

Integreren
Natuurlijk hoor ik je al denken ‘leuk idee hoor, maar daar heb ik helemaal geen tijd voor’. Mijn tip: Integreer het in je dagelijkse werk. In welke overleggen zit je nu al? Hoe en waar kun je je laten agenderen met je verhaal? Met welke mensen heb je al overleg gepland aan wie je je onderzoeksvragen kunt voorleggen? Op welke scholingsbijeenkomsten of conferenties kom je de komende tijd waar je met mensen je vraag kunt delen?

‘In between jobs’
Mocht je op dit moment geen baan hebben en op zoek zijn naar nieuw werk, dan kun je deze aanpak ook gebruiken. Op de vraag ‘En wat doe jij?’ zeg je niet dat je ‘in between jobs’ zit. Nee, je vertelt dat je met een onderzoek bezig bent of momenteel lezingen geeft over het vroegtijdig ingrijpen bij schulden. Dan volgt het gesprek over jou en je werk vanzelf.

Natuurlijk

In tijden waarin we steeds meer bewegen van baanzekerheid naar werkzekerheid, vind ik het in ieder geval een prettige gedachte dat je jezelf op een veel natuurlijker manier onder de aandacht kunt brengen. En je weet: als iets gemakkelijker gaat, pas je het vanzelf meer toe. 

Judith van den Berg - loopbaanadviseur